HCM
De term Hypertrofische Cardiomyopathie (afgekort HCM) betekent verdikte hartspierziekte. HCM is een erfelijke aandoening en is de meest voorkomende verkregen hartziekte bij de kat. HCM is een spierziekte van het hart die gekenmerkt wordt door een sterke verdikking van de spierwand van linker en rechter kamer. Een verdikking van de hartspier kan ook ontstaan door niet-erfelijke oorzaken bijvoorbeeld bij een langdurige verhoogde bloeddruk, diabetes, schildklierafwijking of bepaalde stofwisselingsziekten. Wanneer er geen oorzaak is voor de verdikking van de hartspier heeft een kat waarschijnlijk een erfelijke vorm.
Symptomen
Bij HCM kunnen de volgende symptomen voorkomen;
- Kortademigheid
- Snelle hartslag
- Hartruis
- Slechte eetlust
- benauwdheid
Katten met HCM hoeven niet altijd symptomen te hebben soms zijn er weinig tot geen klachten en in sommige gevallen kan plotselinge sterfte optreden.
Katten met een bloedklonter kunnen trombose krijgen. Door een verstopping van een slagader kan er een verlamming in de achterpoten optreden.
Diagnose
De diagnose HCM wordt gesteld aan de hand van de symptomen, lichamelijk onderzoek, röntgenonderzoek en echo onderzoek.
Behandeling
De behandeling van benauwde katten met HCM bestaat uit vocht afdrijvende medicijnen, bloeddrukverlagende medicijnen, hartmedicatie en eventueel antistollingsmiddelen.
Genetica
Het kattenlichaam is opgebouwd uit zeer kleine bouwstenen, de cellen. De cellen hebben een kern. In de kern bevinden zich chromosomen. Alle eigenschappen van de cellen en daarmee van het lichaam worden vanuit een bepaalde plek (= gen) op een chromosoom geregeld. Katten hebben 38 chromosomen gerangschikt in 19 chromosomenparen. Bij het maken van de geslachtscellen (eicellen bij de poes, zaadcellen bij de kater) gaan de paren uiteen en ontstaan cellen met 19 chromosomen, van elk paar één. Wanneer eicel en zaadcel versmelten ontstaat een bevruchte eicel met 38 chromosomen, waaruit een kitten kan groeien. Zo krijgt een kitten van elk van zijn ouders één set erfelijke eigenschappen. In de chromosomen treden voortdurend veranderingen (mutaties) op. De meeste van deze veranderingen zijn onschadelijk. Soms wordt door zo’n verandering een plek beschadigd waar een belangrijke eigenschap wordt geregeld, dit kan vervolgens tot een ziektebeeld HCM leiden.
Autosomaal dominant
Katten erven HCM meestal autosomaal dominant.
Autosomaal wil zeggen dat de aandoening zowel bij katers als bij poesen voorkomt (niet geslachtsgebonden).
Van ieder gen krijgt een kitten de helft van vader en een helft van moeder. Of een kitten de ziekte van de ouderdieren erft, wordt bepaald door welke helft een kitten krijgt.
Bij autosomaal dominante overerving is de foute helft van een gen sterker dan de goede. Dus als het kitten van een van de ouderdieren het ‘foute’ gen (of anders gezegd de mutatie erft, kan het kitten die ziekte krijgen. Maar als het kitten van een ziek ouderdier zijn of haar goede helft erft, word het kitten niet ziek.
Autosomaal recessieve
Een andere manier van overerven is de autosomaal recessieve vorm. Bij deze vorm moet van zowel de vader als de moeder een erfelijke aanleg worden doorgegeven om het ziektebeeld te ontwikkelen. Beide ouderdieren zijn drager. Een drager heeft geen klachten omdat hij naast de mutatie (= een verandering in het gen voor de aandoening) een "normaal" gen heeft dat sterker is dan de mutatie. Een drager van een enkele mutatie heeft zelf geen klachten, maar wel 50% kans om de mutatie door te geven aan zijn of haar kittens; elk kitten heeft zo een kans van 50% om zelf ook drager te zijn. Wanneer beide ouders drager zijn van een mutatie in het betreffende gen bestaat er voor ieder kitten een risico van 25% (1 op 4) op de aandoening.
Testen HCM cattery
HCM is alleen te testen middels een echo bij een specialist. Een echo op HCM is een momentopname en zal meerder keren moeten worden afgenomen zo ongeveer om de twee jaar. Als een kat negatief getest is voor HCM wil dit niet zeggen dat de kat HCM niet meer kan ontwikkelen dit kan nog steeds. Als een Noorse Boskat positief getest is voor HCM is niet te achterhalen of dit erfelijk is of niet. Voor de Noorse Boskat is er helaas nog geen gen test beschikbaar en HCM kan ook ontstaan door verhoogde bloeddruk, en zelfs door invloeden van buitenaf zoals stress!
Er zijn tegenwoordig ook genetische testen beschikbaar voor HCM, deze zijn nuttig om dieren te screenen voor de fokkerij. Voor de test is een simpel bloedmonster of swab van mondslijmvlies voldoende.
-er zijn 2 genen die men kan testen voor Maine Coon katten en hun kruisingen: mutatie A31P, en mutatie A74T
-en er is een gen dat men kan testen voor Ragdoll katten en hun kruisingen: mutatie R820W.
Als een test wordt aangevraagd moet uiteraard dat gen wat voor dat ras van belang is getest worden!
De waarde van DNA-testen is helaas beperkt. Omdat meerdere genen een rol kunnen spelen is een negatieve uitslag GEEN garantie dat het dier geen HCM krijgt. Omgekeerd kan bij een positieve uitslag het dier (gelukkig) ook klachtenvrij blijven. Alleen is de kans op problemen wel duidelijk een stuk groter, het enige nut van DNA-testen voor HCM is het uitsluiten van positieve dieren voor de fokkerij. Helaas is er voor de Noorse Boskat nog geen HCM DNA test.
Linken: Dierenkliniek Ossehoofd. ( een website met veel informatie)