FIP
Ook wel besmettelijke buikvliesontsteking genoemd is een fatale, ongeneeslijke ziekte bij katten. Fip wordt veroorzaakt door bepaalde stammen van het Feline Coronavirus. Coronavirussen zijn virussen die in de darmen van gezonde katten veel voorkomen. De meeste stammen veroorzaken geen ziekte. Katten die voor het eerst besmet worden met een Coronavirus kunnen wat diarree hebben maar vertonen verder geen symptomen er vindt wel een immuniteitsreactie plaats. Bij een aantal katten met een verminderde weerstand, niet goed werkend afweersysteem of in stresssituaties kan het Coronavirus een andere vorm aannemen (muteren), de darm verlaten en een infectie gaan veroorzaken in zo een geval spreken we van FIP.
Er zijn twee verschillende vormen van Fip; de natte en droge vorm.
Bij de natte vorm gaan de bloedvaten door ontstekingen vocht lekken. Er komt vocht in de buik- en/of borstholte. Bij vocht in de buikholte kunnen katten een dikke buik krijgen. Bij vocht in de borstholte kunnen ze erg benauwd zijn. Deze vorm komt vaker voor bij jongere dieren tussen de 6 maanden en 2 jaar oud.
De naam droge vorm zegt het al, er treedt geen vocht uit de bloedvaten maar er ontstaan allerlei ontstekingshaarden in verschillende organen, zoals nieren, darmen, hersenen en de iris. Deze vorm komt vaker voor bij oudere dieren vanaf een leeftijd vanaf ongeveer 10 jaar.
Eventuele symptomen zijn:
Diagnose:
Het is heel moeilijk om de diagnose FIP bij een levende kat te stellen. Er zijn wel een aantal verschijnselen die sterk in de richting van FIP kunnen wijzen maar deze verschijnselen komen ook bij vele andere ziektes voor:
Een klinisch beeld bij de natte vorm is een geel draadtrekkend vocht in de borst- en buikholte. De dierenarts kan bij verdenking de buik aanprikken met een dunne naald. Wanneer dan het gele draadtrekkende vocht te zien is, is het heel waarschijnlijk FIP.
Verder wordt bij FIP vaak een hoog gehalte aan een bepaald soort eiwit gevonden (de zgn. gamma-globulines, dit zijn de antilichamen die gevormd worden tegen het virus).
De definitieve diagnose FIP kan alleen gesteld worden door het aantonen van het virus in weefsels. Dit kan dus alleen via biopten uit organen of bij sectie. Over het algemeen wordt op basis van de lichamelijke verschijnselen en de bevindingen
bij klinisch onderzoek en bloedonderzoek een waarschijnlijkheidsdiagnose van FIP gesteld.
Behandeling:
Helaas is er nog geen bekende behandeling of effectieve behandeling van FIP. Katten met FIP worden vaak behandeld met antibiotica, corticosteroïden en cytotoxische medicatie. Ondersteunende zorg kan ook bestaan uit vochttherapie, bloedtransfusies en eventueel het afzuigen van de opgehoopte vloeistof in de buik.
Er zijn twee verschillende vormen van Fip; de natte en droge vorm.
Bij de natte vorm gaan de bloedvaten door ontstekingen vocht lekken. Er komt vocht in de buik- en/of borstholte. Bij vocht in de buikholte kunnen katten een dikke buik krijgen. Bij vocht in de borstholte kunnen ze erg benauwd zijn. Deze vorm komt vaker voor bij jongere dieren tussen de 6 maanden en 2 jaar oud.
De naam droge vorm zegt het al, er treedt geen vocht uit de bloedvaten maar er ontstaan allerlei ontstekingshaarden in verschillende organen, zoals nieren, darmen, hersenen en de iris. Deze vorm komt vaker voor bij oudere dieren vanaf een leeftijd vanaf ongeveer 10 jaar.
Eventuele symptomen zijn:
- Slechte eetlust
- Koorts
- Vacht is slecht
- Sloom/lusteloos
- Groei is slecht
- Vallen af
- oogontsteking
- Vocht in de buik, die dus dik en vol is
- Benauwd
- Slijmvliezen en huid zijn geel
- Diarree en braken
- Groeiachterstand bij jonge katten
Diagnose:
Het is heel moeilijk om de diagnose FIP bij een levende kat te stellen. Er zijn wel een aantal verschijnselen die sterk in de richting van FIP kunnen wijzen maar deze verschijnselen komen ook bij vele andere ziektes voor:
Een klinisch beeld bij de natte vorm is een geel draadtrekkend vocht in de borst- en buikholte. De dierenarts kan bij verdenking de buik aanprikken met een dunne naald. Wanneer dan het gele draadtrekkende vocht te zien is, is het heel waarschijnlijk FIP.
Verder wordt bij FIP vaak een hoog gehalte aan een bepaald soort eiwit gevonden (de zgn. gamma-globulines, dit zijn de antilichamen die gevormd worden tegen het virus).
De definitieve diagnose FIP kan alleen gesteld worden door het aantonen van het virus in weefsels. Dit kan dus alleen via biopten uit organen of bij sectie. Over het algemeen wordt op basis van de lichamelijke verschijnselen en de bevindingen
bij klinisch onderzoek en bloedonderzoek een waarschijnlijkheidsdiagnose van FIP gesteld.
Behandeling:
Helaas is er nog geen bekende behandeling of effectieve behandeling van FIP. Katten met FIP worden vaak behandeld met antibiotica, corticosteroïden en cytotoxische medicatie. Ondersteunende zorg kan ook bestaan uit vochttherapie, bloedtransfusies en eventueel het afzuigen van de opgehoopte vloeistof in de buik.