PKD is de afkorting voor Polycystic Kidney Disease. Het is een erfelijke aandoening die bij katten voorkomt. Katten met PKD hebben in beide nieren meerdere cystes (= met vocht gevulde holtes). Zowel het aantal cystes als de omvang van de cystes zal toenemen met het ouder worden van de kat (de grootte kan varieren van enkele mm's tot enkele cm's). Deze cystes verdrukken het gezonde nierweefsel waardoor de nierfunctie minder zal worden. Door het groter worden van de cyste's wordt het nierweefsel verdrukt. Uiteindelijk zal er chronisch nierfalen optreden. Klachten ontstaan dan ook meestal pas op latere leeftijd. Gemiddeld komen pas rond de 6-7 jaar de eerste klachten van nierproblemen naar voren.
PKD wordt veroorzaakt door een fout in het DNA waardoor een bepaald eiwit dat van belang is voor een goede nierfunctie verkeerd wordt aangelegd. PKD overerft dominant. Dat betekent dat bij aanwezigheid van één allel PKD1 de ziekte tot uiting komt. Een allel is een drager van erfelijke informatie. Er zijn 2 allelen: PKD1 en pkd1.
Allelen komen altijd gepaard voor en hierdoor zijn de volgende combinaties mogelijk:
• pkd1/pkd1. De kat is PKD vrij.
• PKD1/pkd1. De kat is lijder en zal in de toekomst PKD krijgen. Hij of zij kan PKD aan de volgende generatie doorgeven.
• PKD1/PKD1: Uit recent onderzoek is gebleken dat deze genetische combinatie niet voorkomt bij volwassen dieren. Dit duidt erop dat het om een dodelijke afwijking gaat waarbij de kittens als embryo al sterven of vlak na de geboorte overlijden (het moment van overlijden is nog niet duidelijk).
Als een kat PKD heeft moet altijd één of allebei de ouders PKD hebben. Uit twee PKD vrije ouders kan geen PKD kat geboren worden.
Symptomen
Zolang de nieren nog voldoende functioneren zullen er geen klachten zijn. Zodra de nierfunctie achteruit gaat en meer dan 70% van het nierweefsel is aangetast zal de kat symptomen van nierfalen krijgen. Dit kan jaren duren.
De symptomen van nierfalen zijn:
• verminderde eetlust;
• vermageren;
• veel drinken en veel plassen;
• minder actief;
• bij buikpalpatie kunnen grote bobbelige nieren te voelen zijn;
• uitdroging, de huid blijft staan als je deze optilt;
• bleke slijmvliezen door bloedarmoede;
• braken.
Diagnose
Het beste om PKD bij katten vast te stellen is een echografisch onderzoek van de nieren. Hierbij worden de nieren zichbaar gemaakt en word er gekeken of er zich cysten aanwezig zijn.
We hopen voor de toekomst dat alle katteneigenaren, van de rassen die risico lopen, aan de testen meedoen zodat de ziekte beheersbaar wordt en als het meezit dat PKD uitgebannen kan worden.
Testen
HCM is alleen te testen middels een echo bij een specialist. Uit twee PKD vrije ouders kan geen PKD kat geboren worden.
PKD wordt veroorzaakt door een fout in het DNA waardoor een bepaald eiwit dat van belang is voor een goede nierfunctie verkeerd wordt aangelegd. PKD overerft dominant. Dat betekent dat bij aanwezigheid van één allel PKD1 de ziekte tot uiting komt. Een allel is een drager van erfelijke informatie. Er zijn 2 allelen: PKD1 en pkd1.
Allelen komen altijd gepaard voor en hierdoor zijn de volgende combinaties mogelijk:
• pkd1/pkd1. De kat is PKD vrij.
• PKD1/pkd1. De kat is lijder en zal in de toekomst PKD krijgen. Hij of zij kan PKD aan de volgende generatie doorgeven.
• PKD1/PKD1: Uit recent onderzoek is gebleken dat deze genetische combinatie niet voorkomt bij volwassen dieren. Dit duidt erop dat het om een dodelijke afwijking gaat waarbij de kittens als embryo al sterven of vlak na de geboorte overlijden (het moment van overlijden is nog niet duidelijk).
Als een kat PKD heeft moet altijd één of allebei de ouders PKD hebben. Uit twee PKD vrije ouders kan geen PKD kat geboren worden.
Symptomen
Zolang de nieren nog voldoende functioneren zullen er geen klachten zijn. Zodra de nierfunctie achteruit gaat en meer dan 70% van het nierweefsel is aangetast zal de kat symptomen van nierfalen krijgen. Dit kan jaren duren.
De symptomen van nierfalen zijn:
• verminderde eetlust;
• vermageren;
• veel drinken en veel plassen;
• minder actief;
• bij buikpalpatie kunnen grote bobbelige nieren te voelen zijn;
• uitdroging, de huid blijft staan als je deze optilt;
• bleke slijmvliezen door bloedarmoede;
• braken.
Diagnose
Het beste om PKD bij katten vast te stellen is een echografisch onderzoek van de nieren. Hierbij worden de nieren zichbaar gemaakt en word er gekeken of er zich cysten aanwezig zijn.
We hopen voor de toekomst dat alle katteneigenaren, van de rassen die risico lopen, aan de testen meedoen zodat de ziekte beheersbaar wordt en als het meezit dat PKD uitgebannen kan worden.
Testen
HCM is alleen te testen middels een echo bij een specialist. Uit twee PKD vrije ouders kan geen PKD kat geboren worden.